De Huurovereenkomst Woonruimte 2017, de Algemene Bepalingen Woonruimte 2017 en de aan de huurovereenkomst gerelateerde documenten kunt u hier downloaden.
De Handleiding Woonruimte 2017 is per juli 2023 aangepast in verband met de inwerkingtreding van de Wet Goed Verhuurderschap. Lees hier meer over in het nieuwsbericht.
In verband met de wijziging van de Wet maximering huurprijsverhogingen geliberaliseerde huurovereenkomst heeft de ROZ een nieuw artikel 5.2 vastgesteld. Dit nieuwe artikel kan in de bijzondere bepalingen van het contract worden opgenomen.
In verband met het tegengaan van ondermijnende activiteiten in het gehuurde heeft de ROZ een nieuw artikel vastgesteld. Dit nieuwe Artikel Ondermijning kan in de bijzondere bepalingen van het contract worden opgenomen.
Woningen die zijn gebouwd vóór 1960 kunnen nog loden leidingen bevatten die drinkwater met een hoeveelheid lood aanvoeren die de door de overheid vastgestelde normen daarvoor overschrijden. In beginsel wordt dit gekwalificeerd als een gebrek aan het gehuurde en zal de verhuurder deze moeten vervangen. Om tussen partijen duidelijkheid te verschaffen over bekendheid met de aanwezigheid van dergelijke loden leidingen heeft de ROZ een nieuw artikel vastgesteld. Dit nieuwe Artikel Loden leidingen kan in de bijzondere bepalingen van de huurovereenkomst worden opgenomen.
Erratum
In artikel 19.9 van de Algemene bepalingen Woonruimte 2017 is, in de tweede zin van het artikel, abusievelijk het woord ‘op’ vergeten en het woord ‘huurder’ in plaats van ‘verhuurder’ gebruikt. De correcte tekst luidt als volgt:
19.9 Huurder is gehouden de door hem op basis van het rapport uit te voeren werkzaamheden binnen de in het rapport vastgelegde – of anders tussen partijen overeengekomen – termijn op een deugdelijke wijze uit te voeren c.q. te doen uitvoeren. Indien huurder geheel of gedeeltelijk nalatig blijft in de nakoming van zijn uit het rapport voortvloeiende verplichtingen, is verhuurder gerechtigd zelf deze werkzaamheden te laten uitvoeren en de daaraan verbonden kosten op huurder te verhalen, zonder dat huurder daarvoor door of namens verhuurder in gebreke behoeft te worden gesteld, en onverminderd de aanspraak van verhuurder op vergoeding van de verdere schade en kosten.
De ROZ adviseert haar gebruikers deze omissie te herstellen in de bijzondere bepalingen van de huurovereenkomst, bijvoorbeeld door bovenstaande, correcte versie van artikel 19.9 AB aldaar op te nemen.